moeilijke raadsels
1. Een man staat voor zijn huis. Hij doet er ongeveer 30 seconden over om eromheen te lopen. Het huis heeft behalve de ingang, geen hoeken. Om binnen te komen moet hij op zijn knieën naar binnen kruipen. Waarom?
2. Een rover besluit een kasteel te beroven. Hij vermomt zich als muzikant om binnen te komen, maar eerst verstopt hij zich nog even in de bosjes, want hij moet er nog achter komen welk wachtwoord je moet kennen om door de poort te komen. Net als hij achter een boom wil kruipen, rijdt er een ridder op een paard langs hem, naar de wachter.
'Zo Maurits, wat een haast, zeg', lacht de wachter. 'Ik heb haast, ik heb haast, zeg het nou maar!', hijgt de ridder. 'Twaalf', zegt de wachter, 'Zes', zegt de ridder. De wachter knikt en de ridder kan naar binnen.
'Zozo', denkt de rover, 'volgens mij moet je de helft zeggen van het getal dat de wachter noemt. Ja, ik weet het zeker. Maar ik zal toch nog maar even wachten, voor alle zekerheid'. Dus hij wacht, tot er een oud vrouwtje bij de poort komt.
'Dag Sophie', zegt de wachter, 'nog lekkere eieren uit je kippenhok vandaag?' 'Zeker', antwoordt het vrouwtje. 'Acht', zegt de wachter. 'Vier', zegt Sophie. En ze mag naar binnen.
De rover weet nu wat hij moet zeggen, maar als hij opstaat, komt er net een meneer aan.
"Goedenmorgen meneer', zegt de wachter, 'wat kom je doen?' 'Ik heb mooie sieraden voor de koning en zijn vrouw. 'Goed', zegt de wachter , 'maar eerst het wachtwoord. Zes.' 'Drie', zegt de koopman. 'Goedzo, je mag naar binnen'.
Nu komt rover uit zijn schuilplaats. Hij groet de wachter. Die is wat achterdochtig. 'Weet je het wachtwoord?', vraagt hij. 'Jep', zegt de rover. 'Oke... tien', zegt de wachter. 'Vijf', zegt de rover, vol zekerheid. Maar dan roept de wachter opeens: ' Soldaten, gooi deze bedrieger in de kerkers!' De rover wordt gepakt, zijn antwoord was fout.
Wat had hij dan wel moeten zeggen?
3. Je bent op reis en je wilt naar een bepaald dorp. Dan kom je op een splitsing waar je twee kanten op kunt. Je weet alleen niet welke kant je op moet. Bij de splitsing staan gelukkig twee jongens. Maar een van die jongens liegt altijd en de andere spreekt altijd de waarheid. Je weet niet welke van die twee de leugenaar is. Omdat de jongens ook weer niet zo heel veel zin hebben om je te helpen mag je maar een van hen een vraag stellen. Welke vraag stel je?
Maak jouw eigen website met JouwWeb